De Moto3 race in Thailand, die was ingekort tot 12 ronden, was qua spanning moeilijk te overtreffen voor Collin Veijer. De Nederlander vocht zich vanuit de top 5 naar de derde plaats.
De Moto3-race op het Chang International Circuit in Thailand werd ingekort tot een sprint over 12 ronden, dit nadat het asfalt van het 4,55 kilometer lange circuit door de hoge luchtvochtigheid en de regen eerder op de dag niet op tijd droog werd. De race werd uiteindelijk gestart als een natte race, maar ondanks dit koos het hele veld voor slicks waardoor uiterste voorzichtigheid geboden was in een aantal sectoren.
Collin Veijer wist opnieuw goed raad met deze uitdaging, want door zijn goede start kon de Nederlander in de tweede ronde de leiding nemen, maar zijn rivalen lieten zich niet zo gemakkelijk uit het veld slaan en in de daaropvolgende ronden viel Veijer terug naar de vijfde plaats.
De 19-jarige Nederlander begon ook vanaf P5 aan zijn laatste ronde en positioneerde zich perfect om bij het uitkomen van de laatste bocht een geslaagde aanval te kunnen doen. Taiyo Furusato verwachtte deze tegenaanval niet, waardoor Veijer er aan de binnenkant voorbijstak om zo de derde plaats te veroveren. Helaas leidde dit tot een contact tussen het tweetal waarbij de rijder met het nummer 72 ten val kwam.
Met de bij de derde plaats horende 16 WK-punten verkleinde Veijer het gat in de tussenstand van het kampioenschap naar de nummer twee Daniel Holgado tot elf punten.
Collin Veijer, P3 – (+0,522), 2024 Moto3 wereldkampioenschap – P3 – 225 punten: “Tegen het einde van de race had ik grote problemen, dit omdat ik moeite had met tractie bij het uitkomen van de bochten waar we de eerste versnelling gebruikten. Dus in de laatste paar ronden bleef ik achter de eerste jongens en wachtte ik af wat er zou gebeuren. Sommige rijders voor me doken iets te hard de laatste bocht in, terwijl ik mijn lijn volgde. Maar plotseling voelde ik contact en het was Taiyo, ik heb geen idee waar hij vandaan kwam. Het spijt me voor hem dat hij crashte, maar ik denk niet dat het mijn fout was, meer een race-incident. In geen van mijn races in het wereldkampioenschap heb ik rare dingen gedaan, want dat is niet mijn bedoeling. Volgens mij ben ik altijd een eerlijke rijder. Daarvoor voelde ik me heel goed in de race en voelde ik me heel comfortabel vooraan, tot de versnellingsbakproblemen die ik noemde zich aandienden. Ik kon nog steeds het tempo hooghouden en op het podium eindigen. Ik ben erg blij dat ik hier weer sta.”