Maik Willems kreeg woensdag tijdens de twaalfde etappe van de Dakar veel ontzag voor het materiaal en de banden. Na een dag over de stenen beuken kwam de Toyota Hilux nagenoeg ongeschonden uit de strijd.
De tiende etappe van de Dakar Rally ging van Wadi Ad-Dawasir naar Bisha over een afstand van 345 kilometer. Na een snelle aanloop met veel zand waar de snelheid hoog lag, lagen er in het tweede deel eindeloos veel stenen. “Die hebben ze hier in alle soorten en maten, het waren er echt belachelijk veel”, zei Willems in het bivak van Bisha. “De tweede helft leek op een proef die we hier twee jaar geleden ook gereden hebben. Het was echt ruig werk met veel hoogteverschil. Scherpe klimmetjes en dan weer van die afdalingen. Ontzettend veel stenen, je moest echt opletten om de boel niet aan gort te rijden en dat is aardig gelukt.”
Willems kwam zonder lekke banden uit de proef, al was er wel een karkas beschadigd geraakt en waren er twee velgen ‘naar de knoppen’. “Je maakt soms klappen waarbij je denkt dat alles uit elkaar valt, maar twintig meter verder is er nog niets kapot en dan kun je weer verder. Ik heb wel ontzettend veel ontzag voor de auto gekregen en voor de banden. Je moet ontzettend lomp rijden en een beetje pech hebben om het echt kapot te rijden. Het materiaal kan zo ontzettend veel aan, dat is eigenlijk bizar.”
De concentratie mag de komende dagen niet verslappen, zoveel is duidelijk. De elfde etappe van donderdag gaat over 345 kilometer met start en finish in Bisha. “Je moet elke dag bij de les blijven, ook de laatste twee dagen’, voegde Willems toe. “Eén moment van onoplettendheid en de hele rommel ligt er onderuit, ik heb begrepen dat we morgen veel zand krijgen. Dat zou de techniek weer een beetje moeten sparen. We gaan ons best doen morgen en overmorgen en helemaal aan het eind ligt er iets moois te wachten