Met gemengde gevoelens stond Vick Versteijnen bij het podium in Buenos Aires. Balend, omdat hij daar zelf had willen staan in plaats van om Maurik van den Heuvel toe te zwaaien. Op de voorlaatste dag van de Dakar Rally, met de finish in zicht, viel het TopTrucks-team uit. “Dat is zuur, maar ik ben ook wel trots, omdat we wel wat hebben laten zien en zijn doorgegaan tot het echt niet meer kon. We hadden ook op dag 2 kunnen uitvallen. Dat was erger geweest.”
Terugblikkend moest Vick Versteijnen toegeven dat hij vooraf misschien te optimistisch was geweest. “Als je aan de start staat, is het moeilijk te erkennen dat het een testjaar is en wil je niet nadenken over de mogelijke kinderziektes van zo’n nieuwe truck. We hebben keihard gewerkt. Dan wil je gewoon gas geven en laten zien wat je kunt. Er zit veel potentie in de Scania. Het ding loopt geweldig. Maar we zijn nu ook de zwakke punten tegengekomen.”
Dat het nét niet is gelukt om de truck aan de finish te brengen, is zuur. Op 50 kilometer in de voorlaatste etappe gaf de Scania definitief de geest. “Uitvallen is hoe dan ook klote”, zei Versteijnen. “Maar het had ook op dag 2 kunnen gebeuren en dat was erger geweest. We hebben nu tenminste kunnen rijden en we hebben veel meegemaakt. Daar hebben we ook volop van genoten. Aan het team ligt het niet. Iedereen heeft keihard gewerkt. Daar ben ik ook gewoon trots op. We hebben er het maximale uitgehaald en gaan met huiswerk terug naar huis, om volgend jaar sterker terug te komen.”