Maik Willems was op de langste dag van de Dakar Rally vertrokken met het doel om voor het donker aan de finish van de proef te komen. Dat lukte ook, ware het niet dat er een razendsnel tweede deel voor nodig was. In het eerste stuk lagen prachtige duinen waar Willems zich opperbest vermaakte.
De gemiddelde snelheid lag in de 395 kilometer lange proef relatief laag door een flinke duinenpartij aan het begin van de proef. “Het eerste deel hadden we veel zand, echt serieuze duinen”, vertelde Willems. “Het was prachtig. Ze noemen dat hier level 3, het zwaarste type duinen dat deelnemers voor de kiezen krijgen in de Dakar. “Het was veel en elke keer trokken ze weer een nieuw blik open. We wisten ook dat het tot de neutralisatie zou blijven duren.”
De Toyota Hilux loodste het duo vrijwel probleemloos door de duinen: “We zijn blijven rollen, al was het zo nu en dan even spannend.” Daardoor was het al vrij laat toen Willems en navigator Rob van Pelt aan het tweede deel begonnen en zou het een race tegen de klok worden om voor het donker binnen te geraken. Maar toen kreeg het duo, zoals Willems het omschreef, een tweede verrassing: “Een ontzettend snel stuk, we hebben twee tot tweeënhalf uur alleen maar zo’n 120 tot 130 kilometer per uur gereden. Dat schoot lekker op.”
Het is algemeen bekend dat de Dakar niet zwaar genoeg kan zijn voor Willems: “Perfect dagje. Als dit de langste dag was? Dan is het jammer dat we die gehad hebben”, vervolgde een lachende Willems. “We rijden qua resultaat op dezelfde plekken rond, we zijn vandaag nog een beetje opgeschoten wat dat betreft.”
Na de proef moesten Willems en Van Pelt nog een forse verbinding naar het bivak rijden van zo’n 270 kilometer. Dinsdag wacht een proef van 287 kilometer met start en finish in Wadi Ad-Dawasir.
