Elf etappes lang hadden Tim en Tom nauwelijks problemen, maar op de slotdag van de Dakar 2021 kwamen ze allemaal tegelijk. “We hebben in deze laatste 200 kilometer meer meegemaakt dan in de hele Dakar”, verzuchtte Tom. “Het ging helemaal nergens over.”
Twee keer zat The Beast vast in het zand, twee keer bleef het gaspedaal hangen en moesten Tim en Tom eruit om de kabel te fiksen, één keer miste Tom een waypointje en moesten ze even terug om dat af te vinken, en één keer reed Tim een lekke band. “We hebben een hele Dakar in één dag van 200 kilometer gepropt”, vatte Tom samen. Door de reeks – gelukkig niet al te serieuze – problemen leverden de broers op de laatste dag nog een plaats in wat het klassement betreft, maar dat deerde hen niet zoveel. Met de behaalde 26ste plaats en vooral met de manier waarop, waren ze dik tevreden.
Het gedoe begon in de twaalfde etappe al een kilometer na de start, vertelt Tim. “We kozen een verkeerd spoor en door de regen van de afgelopen dagen waren de duinen zo modderig, dat we meteen wegzakten. Dus moesten we graven. Daarna konden we volle patat iedereen weer inhalen, totdat we moesten stoppen omdat de gaskabel vast zat.” Dat gebeurde even later nog een keer, maar dat euvel kon vlot worden verholpen.
Aan het einde van de etappe kwam The Beast nog een keer ramvast te zitten in het zand. “Op een pad tussen de rotsen door”, vertelt Tim. “Daar waren al wat trucks doorheen gegaan en die hadden het zand, dat al zwaar was door de regen, helemaal naar de kloten gereden. Stonden we weer tot ons middel in het zand te graven. Gelukkig waren we er redelijk snel weer uit en konden we in één streep door naar de finish.”
Op ruim een uur achterstand van de top 3 kwamen de broers Coronel over de streep, opgelucht. Voor Tim was het de vijftiende Dakar, voor Tom de achtste. “Maar ik heb in acht Dakars niet zo weinig meegemaakt als nu”, zegt hij. “Het was een mega-Dakar: moeilijk, zwaar, zoals het hoort. Maar zonder technische problemen. We hebben twee keer door eigen schuld een lekke band gehad, doordat we te hard over de stenen reden. The Beast heeft zich voorbeeldig gehouden. Het enige wat er op aan te merken is de snelheid. We kunnen maximaal 160, met de wind mee. Dat zou zeker 180 moeten zijn, willen we meedoen in dit sterke veld tussen al die dikke auto’s. Wij kunnen daarin mee, in dat veld, maar onze auto niet. Daar moeten we de komende tijd dus maar eens goed over na gaan denken.”