De laatste dagen van de Dakar Rally zijn niet de gemakkelijkste voor Team DakarSpeed. Nadat de Scania van Maurik van den Heuvel in de tiende etappe al met een kapotte brandstofpomp stond, ging het in de elfde etappe mis met de turbo. “Het is elke keer wat anders”, verzuchtte Van den Heuvel in Rio Cuarto na afloop van de voorlaatste etappe.
Van den Heuvel was om zeven uur in San Juan en reed een uur later weer weg om als 29ste te beginnen aan de bijna 300 kilometer lange proef. Het ging voortvarend: Van den Heuvel reed tussentijden die hem in de buurt van de top 10 brachten. Tot 30 kilometer voor de finish de turbo de geest gaf. “Gelukkig bedacht ik dat we er ook twee dopjes in konden duwen en op die manier zonder turbodruk konden rijden. En gelukkig konden we van een boer uit de buurt wat olie krijgen. Daardoor hebben we maar een half uur, drie kwartier verloren; anders was het weer drie uur vannacht geworden.”
Het leverde een 21ste plaats op. Niet waar Van den Heuvel voor kwam, maar beter dan op de voorlaatste dag uitvallen, zoals het zusterteam TopTrucks van Vick Versteijnen overkwam. “Dat wil je niet en dat gun je ook niemand.”
Van den Heuvel gaf eerder in de week in niet mis te verstane bewoordingen aan niet blij te zijn met de vele afgelastingen in het wedstrijdparkoers. Inmiddels denkt hij er wat genuanceerder over. “Als je ziet hoe iedereen erbij staat, is het maar goed dat die etappes niet zijn doorgegaan, want er was niemand meer over geweest. Iedereen heeft iets meegemaakt. Dat maakt het ook wel weer mooi. Dit moet een Dakar zijn: trammelant, doorgaan, tegenslagen overwinnen. Ik heb wat zitten vloeken. Als je zelf iets kapot maakt, is het niet zo erg. Maar die mechanische toestanden, daar kan ik niet tegen. Alles klopt, maar de techniek laat ons in de steek. Wat het nou precies is en of het met elkaar te maken heeft, moeten we thuis maar eens rustig gaan uitzoeken en evalueren.”