Met de twaalfde tijd in de tiende etappe van de Dakar, van Chilecito naar San Juan, was Erik van Loon best tevreden. Maar, zo wist hij zeker, er had meer ingezeten. Een los boutje van de aandrijfas van de Toyota had Van Loon dwarsgezeten in het eerste deel van de proef. Nadat dat op de verbindingsroute was opgelost, sjeesde Van Loon plankgas door het tweede deel.
In dat tweede deel maakte Van Loon twee plaatsen goed. “Daarom denk ik dat er meer in had gezeten”, zei Van Loon bij de finish. “We gingen hartstikke goed van start, met de zesde tussentijd. Maar na 30 kilometer begon de auto rechtsvoor te rammelen en te ratelen. Het leek wel of ‘ie de grond in werd getrokken. We zijn uitgestapt om te kijken. Ik dacht dat het iets met de bodemplaat was, maar er was niks te zien.”
Omdat de proef bestond uit twee delen, met elkaar verbonden door een liaison van 89 kilometer over de weg, hadden Van Loon en navigator Wouter Rosegaar de kans om daar de auto aan een nadere inspectie te onderwerpen. “Toen bleek dat er een boutje uit de aandrijfas was los gelopen. Daardoor liep de hoes aan. Gelukkig is het heel gebleven, anders hadden we een serieus probleem gehad. Het was vrij snel te verhelpen. In het tweede deel konden we plankgas rijden.”
De etappe met 406 kilometer tegen de klok was niet eenvoudig. Veel auto’s kwamen in de problemen. Dat leverde Van Loon in het klassement winst op. “We hebben zelf ook moeten zoeken naar de ingang van een canyon, maar doordat anderen voor ons terug kwamen rijden, kostte het ons niet heel veel tijd.” Van Loon had ook nog een lekke band.
Al met al was hij best tevreden. “Het was een mooie special en we hebben goed gereden. Jammer van dat boutje, maar in een technische sport kan zoiets gebeuren. Anderen hebben grotere problemen meegemaakt en aan het rijden lag het zeker niet.”