Bij de finaleraces van het IDM in Hockenheim heeft Sven Doornenbal laten zien mee te kunnen strijden met de top vijf van de Supersport 300. Voor Thom Molenaar eindigde het seizoen anders dan gehoopt, hij moest na een val in de warming up beide races aan zich voorbij laten gaan.
De finaleraces van het IDM werden in het laatste weekend van september op de Hockenheimring verreden. Het circuit is inmiddels bekend terrein voor het Molenaar Racing Team en beide coureurs waren erop gebrand het seizoen af te sluiten met een mooi resultaat. Op vrijdag werden er twee vrije trainingen verreden waarbij bleek dat de baan ten opzichte van vorig jaar er iets minder strak bij lag. De afstelling werd erop aangepast en zowel Doornenbal als Molenaar boekten iedere sessie progressie. Bij de eerste kwalificatie op zaterdag werd de progressie voortgezet en dat resulteerde in een vijftiende plaats voor Molenaar en een geweldige zesde tijd voor Doornenbal. Door de afstelling iets aan te passen wist Molenaar in de tweede training de elfde tijd te noteren maar doordat het warmer was geworden en de grip op de baan iets minder werden de tijden van de eerste kwalificatie nagenoeg niet verbeterd. Molenaar zou op zondag aan de races mogen beginnen vanaf de vijftiende startplaats en Doornenbal vanaf de zevende startpositie.
Op zondagochtend ging het tijdens de warming up helaas mis voor Molenaar. Op een opdrogende baan maar nog met natte plekken verloor hij de controle over zijn KTM bij het uitkomen van de bocht na start-finish. Met een highsider werd hij van de machine geworpen en kwam hard op zijn hoofd terecht. Met hoofdpijn en misselijkheid als gevolg van een hersenschudding kon hij niet anders dan zich afmelden voor de laatste races van het seizoen. Een grote domper voor de gedreven Molenaar.
Race 1
Voor aanvang van de eerste race was het droog maar zwaar bewolkt. Doornenbal had een geweldige start waarbij hij direct al drie plaatsen wist te winnen. Na 3 ronden wist hij zelfs de derde plaats over te nemen, maar kort daarna werd de rode vlag gezwaaid. Er waren in de beginfase van de race meerdere valpartijen en nadat bij het opdraaien van het rechte stuk een motor op de baan belandde werd de race stil gelegd. Nadat de baan weer vrij was gemaakt maakte Doornenbal zich op voor race 2. De start was dit keer minder goed en hij belandde op de achtste plaats. Na terug te zijn gevallen naar een elfde plaats aan de staart van de groep wist Doornenbal zich vervolgens weer terug te knokken naar een nette achtste plaats. Hij eindigde daarmee op nog geen zes seconden van de winnaar.
Race 2
Doornenbal was erop gebrand zich te verbeteren in de tweede race en had een goede start waarbij hij op de vijfde plaats terecht kwam. Het was close racing met aanvankelijk Walid Khan en vervolgens gastrijder Sasha de Vits. Nadat nog 5 coureurs de aansluiting vonden ontstond er een groep van zeven coureurs, waarin Doornenbal zich uitstekend staande hield. Dirk Geiger en Luca de Vleeschauwer vochten om de overwinning en het was uiteindelijk Geiger die met 0.002 seconden verschil de winst binnen haalde. Na mooie gevechten eindigde Doornenbal knap als zesde en voor de punten zelfs als vijfde, doordat De Vits als gastrijder voor de punten wegvalt. Een prima resultaat om het seizoen mee af te sluiten. Regerend kampioen Lenoxx Lehmann viel uit maar had voldoende punten voorsprong in de tussenstand om het kampioenschap veilig te stellen.
Thom Molenaar: ‘Dit is uiteraard niet de manier waarop ik het seizoen af had willen sluiten. Na de crash had ik nog hoop om in de tweede race van start te kunnen gaan maar de hoofdpijn en misselijkheid namen alleen maar toe. Daardoor hebben we moeten besluiten niet van start te gaan. Jammer, want we maakten door het weekend goede stappen en ik had graag gestreden voor de punten. Ik kijk er nu alweer naar uit dat volgend seizoen te gaan doen!’
Sven Doornenbal: ‘Het circuit van Hockenheim ligt me wel en ik had een goede eerste kwalificatie. Dan merk je dat het voor de wedstrijd echt veel uitmaakt als je verder voorin het veld kan starten. Ik zat er direct goed bij en het voelde alsof ik niet continu op de limiet reed. Ik heb kunnen strijden met de coureurs die normaal gesproken om de overwinning vechten, en dat voelt goed!’