Een goede start gevolgd door een degelijke race in Motegi leverden Bo Bendsneyder en Jesko Raffin jammer genoeg net geen punten op. Bendsneyder eindigde als zestiende in Japan, terwijl Raffin genoegen moest nemen met de negentiende plaats. Beide rijders van NTS RW Racing GP moesten van ver komen.
Bendsneyder wist in de eerste ronde van de Moto2-race van de Grand Prix van Japan op te rukken van de 27ste naar de 21ste plaats. Daarvandaan kon hij stapje voor stapje plaatsen winnen. Na een crash van Mattia Pasini, bij wie Bendsneyder het grootste deel van de race op de staart zat, kreeg de Nederlander de zestiende plaats in handen. Met vier ronden te gaan was het gat naar plaats 15 echter te groot (bijna vier seconden) om nog te kunnen knokken voor de punten
Een paar plaatsen achter Bendsneyder ging Jesko Raffin over op testmodus, toen hij door een probleem met de versnellingsbak de aansluiting verloor. De Zwitser had een goede start vanaf de 22ste plaats, maar verloor door een touché in de eerste bocht te veel snelheid om een opmars te maken
Bo Bendsneyder (16 op +27.307): “Ik denk dat we een sterke race hebben gereden. Ik moest van ver komen, maar heb al in de eerste ronde veel weten te winnen. Er waren nogal wat valpartijen over de voorkant, wat laat zien dat het lastig was om de motor onder controle te houden bij het harde aanremmen hier op de TwinRing. Het is jammer dat we geen punten hebben kunnen pakken, maar ik ben wel blij met hoe de race is verlopen. Het team heeft hard gewerkt – dank daarvoor – en we hebben laten zien dat we er goed bij kunnen zitten.”
Jesko Raffin (19 op +36.962): “Ik kwam goed weg bij de start, maar in de eerste bocht raakte ik iemand en daardoor verloor ik veel snelheid voor het rechte stuk, waardoor er een paar weer voorbij konden. Ik kon daarna wel aanhaken, maar het was lastig om genoeg snelheid te maken om anderen in te halen, ook al omdat de versnellingsbak wat kuren vertoonde. Toen het veld wat uit elkaar was getrokken, had ik in de gaten dat het niet zou lukken om voor punten te gaan, dus ben ik wat dingen gaan proberen om de motor beter te leren begrijpen en te kijken hoe veranderingen in mijn rijstijl zouden uitpakken. Ik ben blij dat ik dat zo heb gedaan, want gaandeweg ging het rijden steeds makkelijker en werd ik sneller, zelfs met meer versleten banden. Het wordt interessant om te zien hoe het in Australië en Maleisië gaat als ik vanaf het begin anders ga rijden. Ik kijk ernaar uit, want voor mijn gevoel zijn we echt op de goede weg.”