Met een uitstekende zesde tijd is Bo Bendsneyder goed begonnen aan de Grand Prix van Spanje. Steven Odendaal keerde na een lange blessure terug bij NTS RW Racing GP en deed dat met een keurige 22ste tijd.
In Jerez maakte Odendaal zijn rentree na het herstel van twee operaties aan zijn voet. De test in Jerez in het voorseizoen was de laatste keer dat de Zuid-Afrikaan op de NTS zat. In die zin was het extra prettig dat hij juist in Jerez, op vertrouwd terrein, terugkeerde.
Voor Bendsneyder is het de vierde Grand Prix van het seizoen. Hij is inmiddels helemaal vertrouwd met de machine en dat bleek ook wel uit de resultaten. In de eerste vrije training zat hij er al meteen goed bij met de elfde tijd. In de tweede sessie, bij hogere temperaturen, was hij één van de weinige Moto2-coureurs die aan de tijden van de ochtend kon komen, wat resulteerde in de zesde plaats en dus (voorlopige) rechtstreekse plaatsing voor de Q2-kwalificatie op zaterdag
Bo Bendsneyder (6 – 1.42.353): “Ik ben heel tevreden. In FP1 begonnen we met een harde band, waardoor het in het begin wat moeilijker was, maar op de zachtere band kon ik de tijden rijden in de top 12, zoals ons doel was. In FP2 stond er meer wind en was het een stuk warmer, wat de omstandigheden wat moeilijker maakte, maar waarin ik wel dezelfde tijden kon rijden als ’s ochtends. We hebben van Dunlop een nieuwe, wat bredere band gekregen, die in combinatie met het nieuwe asfalt op het Circuito de Jerez Angel Nieto meer grip biedt onder een hellingshoek. Het voelt goed aan, maar het is lastig om nu al te zeggen of we daar echt profijt van hebben. Voor nu is het goed: we hebben een goede dag gehad en ik hoop dat we de rechtstreekse plaatsing voor Q2 morgenochtend kunnen vasthouden en dat we een goede kwalificatie kunnen rijden.”
Steven Odendaal (22 – 1.43.332): “Het is erg fijn om weer terug te zijn en weer op de motor te kunnen stappen. Deze eerste dag stond dus vooral in het teken van het gevoel met de machine weer opbouwen en testen met de settings. Ik had gehoopt op iets betere tijden, maar ik geloof dat die morgen wel zullen komen