Een tijdlang leek het erop dat de derde etappe een verrassende winnaar zou krijgen bij de motoren, nadat de koplopers massaal verkeerd waren gereden. Op snelheid haalden zij echter de wat langzamere deelnemers weer in, zodat uiteindelijk Skyler Howes en Joan Pedrero opnieuw 1 en 2 werden, gevolgd door Robbie Wallace en Betrand Gavard. Paul Spierings kwam met de derde tijd aan de finish, maar kreeg een tijdstraf, zodat hij als vijfde werd geklasseerd. In het klassement staat de Nederlander nog wel derde, achter de Amerikaan en de Spanjaard.
“Ik ben dom geweest”, zei Spierings. “We reden in een rivierbedding en er stond niet aangegeven dat we eruit moesten, maar de kompaskoers wees wel links naar boven. Ik reed omhoog en stond daar nog even te kijken hoe ik verder moest, en ik zag de anderen allemaal naar rechts rijden. Ik ben er achteraan gereden. We zijn met z’n allen 15 kilometer te ver doorgereden. Had ik mijn eigen plan maar getrokken, in plaats van er achteraan te rijden, dan had ik nu dik aan de leiding gestaan.”
De fout kostte veel tijd, ongeveer een half uur. “Het was een moeilijke etappe”, vond Skyler Howes, die als eerste verkeerd reed. “De navigatiefouten kostten veel tijd en dat is jammer. Maar aan de andere kant: het was een mooie etappe, geen crashes, de motor heel, en het is pas dag 3.”
Ad Hofmans, die op dag 2 verrassend derde was geworden, kwam nu met de 32ste tijd aan de finish in Assa. Hij was blij dat hij er was. “Alles doet pijn”, zei hij. “Vooral mijn handen, van het opvangen van de klappen die maakt. Aan de motor ligt het niet, die doet het prima, maar ikzelf ben de zwakke schakel. Het navigeren ging niet slecht, maar doordat je steeds opzij moet voor de passerende trucks en dan in een grote wolk stof terecht komt, raak je helemaal uit het ritme en dan schiet het niet op.”
De derde etappe kwam bij de auto’s op naam van Jean-Pascal Besson. In de tweede etappe had hij nog grote problemen door een gebroken vooras van de Peugeot. Als gevolg daarvan startte hij als elfde en dat bracht hem grote voordelen, omdat hij zo de fouten kon vermijden die de koplopers maakten. “We konden meteen al wat concurrenten inhalen”, vertelde Besson aan de finish. “We zagen bij de pauze dat Erik van Loon ver voor lag, maar dat we in tijd sneller waren. We hebben verstandig gereden om geen lekke banden te krijgen en niets kapot te maken. Het navigeren ging uitstekend. Ik ben erg blij, zeker na de teleurstelling van gisteren.”
Koploper Van Loon kwam als allereerste aan bij de lunchstop, nog vóór de motorrijders. Ook hij reed verkeerd waar de motoren massaal de fout in gingen, maar kon die fout sneller herstellen, zodat hij alleen aan de leiding kwam. “Dat betekende wel dat wij het spoor moesten uitzetten voor alle anderen”, verklaarde de Nederlander. “We maakten een foutje waardoor we 20 minuten rondjes hebben gereden voordat we de weg terug hadden gevonden. Door dat rondjes rijden kwamen we achter een buggy en wat motorrijders terecht, waardoor we geen snelheid meer konden maken.” Van Loon kwam met de vijfde tijd aan de finish, maar behield zijn leidende positie in het klassement en liep zelfs een beetje uit, doordat naaste concurrent Paulo Ferreira nog meer tijd verloor.
Vincent Thijs kwam met de derde tijd aan de finish. Het gevarieerde terrein van de derde etappe was hem goed bevallen. “Het was vrij technisch, met veel stenen, maar erg leuk”, vond de Belg. “We konden een constant vlot tempo aanhouden, hebben geen navigatiefouten gemaakt en geen lekke banden gehad. Ik ben zeer content.”
Een stuk of twintig schapen die toevallig net aan het oversteken waren, hebben Ton van Genugten een mogelijke dagzege gekost. Doordat iedereen op de schapen lette, zagen Van Genugten en navigator Anton van Limpt een afslag naar links over het hoofd. In de haast om terug op de juiste route te komen, maakte de coureur van Team De Rooy een kleine snelheidsovertreding, die hem op een straftijd kwam te staan.
Tot aan de lunchstop – op kilometer 251 van de 347 – ging alles volgens plan en reed Van Genugten de snelste tijd. De dagzege lag voor het grijpen. “Tijdens de lunchpauze hebben we preventief de achterbanden gewisseld, in de hoop klapbanden te voorkomen. Op de stenen krijgen de banden het zó voor hun kiezen, dat ze snel slijten. Lekke banden zijn een groot deel van de oorzaak van onze achterstand in het klassement.” Het was niet genoeg, want 15 kilometer voor de eindstreep klapte een achterband alsnog. Dat was nog nadat in een dorpje een boer met zijn schapen rondwandelde, waardoor ze het pad naar links misten, te ver doorreden en zodoende de dagwinst verloren ging. Met een tijdstraf van een minuut eindigde Van Genugten als derde.
Die dagwinst ging naar MAZ-rijder Aliaksei Vishneuski, die Roeland Voerman passeerde toen die een navigatiefout maakte. “Het rijden was zwaar, maar vooral de navigatie was moeilijk”, vertelde Voerman. “Er waren nogal wat lastige momentjes, waarbij iedereen aan het zoeken was. De MAZ had het voordeel dat die wat later was gestart en zodoende kon hij profiteren van de fouten van anderen. Wij reden op kop, dus hij kon er voorbij toen wij een foutje maakten.”
Behalve op het punt van navigatie was het ook wat rijden betreft zwaar, vond de rijder van Veka MAN. “Een mooie etappe, maar veel stuurwerk en veel gaten, zodat je helemaal uit elkaar getrokken wordt door het schudden van de truck.”
Igor Bouwens dacht onderweg dat hij veel tijd verloor, maar hij kwam uiteindelijk toch met de achtste tijd aan de finish en daarmee was de coureur van Gregoor Racing niet ontevreden. “We hebben geprobeerd aan te klampen en dat ging best goed, maar onderweg een lekke band kost toch vijftien minuten. Nu hadden anderen ook zat problemen: Versluis stond kapot, Ton van Genugten had een kapotte band. Onderweg is alleen Van Genugten ons voorbij gekomen. Dat is al met al toch niet slecht.”
Dat ‘problemen’ relatief zijn, bleek ook uit wat Maurik van den Heuvel overkwam in de derde etappe. De lijst van malheur aan de Scania is lang: “Eerst al na 40 kilometer een lekke band en een lekke radiatorslang. Deze repareren kostte een uur. Toen na 20 kilometer de tweede lekke band en weer 100 kilometer verder liep de derde band leeg. We hebben twee banden kunnen lenen van andere teams, zodat we verder konden. Bij de lunchpauze nog een schokbreker moeten maken en toen konden we weer. Maar 40 kilometer voor de finish plofte de turbo. Gelukkig konden we nog door naar de finish met 30 km/u. 10 kilometer voor het einde brak ook nog de motorkapbevestiging af.”