Patrick Snijers en Davy Thierie zijn met hun MAES VW Polo R5 op de zesde plaats geëindigd in de TAC Rally. Een resultaat waarvan Patrick Snijers niet meteen een vreugdedans van gaat doen. Snijers doel was om zijn leerproces in Tielt verder te zetten en kilometers te maken. Missie volbracht.
Tien jaar geleden zou Snijers met een zesde plaats in een topwagen na een rally niet aanspreekbaar geweest zijn. Het competitiebeest in hem kan niet leven met zo’n resultaat. “Ook nu ben ik niet tevreden en ben ik eerder ontgoocheld” zegt Patrick Snijers. “Maar ik kan het plaatsen omdat ik weet dat we heel hard gereden hebben, ook al blijkt dat niet altijd uit onze tijden. Het probleem is dat we nog niet regelmatig genoeg zijn. We moeten nog veel oefenen om primus van de klas te worden. Aan de wagen ligt het niet want mijn teamgenoot Kris Princen heeft met een gelijkaardige wagen gewonnen. Het ligt dus aan de rijder, aan mezelf. Deze week gaan we de data van Kris en mezelf vergelijken en analyseren. Ik wil ook alle onboardbeelden bekijken en vergelijken. Ik moet weten waarom ik niet zo snel ben als een andere rijder én ik wil weten wat ik eraan kan doen. Voor een deel kan ik het antwoord zelf al geven: ik moet met de VW Polo kilometers, kilometers en nog eens kilometers rijden. En ik moet geduld tonen, maar wie mij kent weet dat dit niet mijn sterkste eigenschap is. Voor het overige wil ik mijn leerproces verderzetten. Deze week gaat er hard gewerkt worden. Dat weet ook mijn sponsor Yves Maes die ons het volledige weekend gevolgd heeft.”
“Deze ochtend voelden we toch wel dat we geen shakedown in de benen hadden” vult Davy Thierie zijn rijder aan. “We wisten niet hoe de wagen zich op het gladde asfalt zou gedragen en hebben dat tijdens de rally moeten aanvoelen. Onze start was heel voorzichtig. Die crash van Haspengouw zit toch nog in het achterhoofd. We willen geen fout maken en letten daar misschien iets te hard op. Anderzijds weten we dat de enige remedie om beter te worden rijden is. De andere rijders hebben al jaren ervaring met een R5. Wij moeten dus geduldig zijn. Soms lukt het en zijn we dicht bij de tijden van onze concurrenten om dan in de volgende rit weer een klets te krijgen. De analyse is dat we nog niet constant genoeg zijn. De wagen is goed net als onze snelheid in de bochten. Alleen remmen we te vroeg. Maar ook dat heeft te maken met ervaring. Je hebt gezien wat er gebeurt als je te overhaast te werk wil gaan. Dat willen we niet meer meemaken. We blijven verder werken.”