Even’ 900 kilometer wegtrappen over de weg is geen pretje, maar zeker niet op een rallymotor die daar niet voor is gemaakt. Toch had Luc van de Huijgevoort er niet zo veel moeite mee. Na de zware elfde etappe – deel 1 van de marathonstage – kwam de afgelasting van etappe 12 helemaal niet zo ongelegen.
Het waren de klassementsrijders geweest die hadden geprotesteerd tegen het plan om de motoren achter de auto’s te laten starten op hun proef, nadat de weersomstandigheden het onmogelijk maakten dat de motorrijders de voor hen uitgezette route konden rijden. Van de Huijgevoort kon zich wel vinden in het protest van de klassementsmannen. “Dan kom je op een proef waar de stenen naar boven zijn gewoeld door de auto’s en krijg je daarna de trucks in je nek. Dat is geen fijn idee. Dit lijkt me de beste optie. Dan maar 900 kilometer over de weg. Da’s van ons thuis naar Oostenrijk. Het was wel mooi rijden trouwens. Wat een prachtige omgeving hier.”
Van de Huijgevoort was net klaar met het inkleuren van zijn roadbook toen hij hoorde van de afgelasting. In het marathonbivak waar de motorrijders zaten, draaide de printer overuren om nieuwe roadbooks te maken. “Mooi hoor, hoe snel dat gaat”, vond Van de Huijgevoort, die sowieso lovend is over hoe de organisatie omgaat met de omstandigheden. “Op de proef van etappe 11 waren een aantal waterposten waar we drinken konden krijgen. Echt, prima geregeld.”
De proef was Van de Huijgevoort ook wel goed bevallen. De op papier zwaarste etappe van de Dakar 2018 viel deze keer mee, omdat het niet al te heet was. “Ik heb wel fijn gereden. Het eerste deel, tot de tankstop, deed me erg denken aan de Oirschotse hei. Daar weet ik wel raad mee. Het tweede deel was wat lastiger, met afgekapte duintjes met van dat vervelende kamelengras. Je kunt de snelheid niet hoog houden, want dan gaat het mis, maar je kunt ook niet te veel gas terugnemen, want dan wordt het sukkelen en kom je er niet overheen.”
Met nog twee dagen Dakar te gaan staat Van de Huijgevoort voorlaatste in het klassement, met een pak straftijd, maar dat boeit de debutant voor geen meter. “De finish halen en met een medaille naar huis gaan, dat is het enige wat telt.”