Op een paar uur achterstand kwam de Rainbow-truck over de finish van de achtste etappe van de Dakar Rally. Niet omdat ze zelf problemen hadden gehad – integendeel zelfs – maar omdat ze als bezemwagen fungeerden voor trucks die vast waren komen te zitten in het zware zand tussen Uyuni en Tupiza.
Vanochtend vroeg (maandagochtend 6.00 uur lokale tijd) kwamen Gerrit Zuurmond, Jasper Riezebos en Klaas Kwakkel aan in Salta, waar de Dakar-deelnemers heen moesten na het afgelasten van de negende etappe. Na aankomst moest er uiteraard eerst een paar uur geslapen worden. Bijna 1000 kilometer in 24 uur, waarvan zo’n 400 kilometer special stage, gaat niet in de kouwe kleren zitten.
“Op zich is het prima verlopen”, vertelt Gerrit Zuurmond, weer uitgeslapen en fris. “We hebben geen stukken gehad en konden mooi aanpikken bij de rest van het veld. Omdat we ver achterin moesten starten, hebben we als bezemwagen gefungeerd. Er zaten wat trucks vast die we los hebben getrokken, onder meer die van Janus van Kasteren en Gert Huzink en van onze Belgische vriend Dave Ingels. Dat heeft wat tijd gekost, maar dat is niet erg.”
Dat ze zelf niet vast kwamen te zitten, was te danken aan slim rijden. “Wij hebben een agrarische achtergrond hè”, grinnikt Zuurmond. “Wij weten dat je op zulk terrein met zand en modder gewoon even de bandenspanning wat lager moet zetten en moet blijven rollen. Niks aan de hand.”
De komende dagen moet dat de Rainbow-mannen ook kunnen helpen. Na de ongeplande extra rustdag in Salta, wegens het afgelasten van de negende etappe, gaat de Dakar morgen weer verder. Er staan de deelnemers nog een paar zware dagen te wachten, met onder meer de gevreesde duinen van Fiambalá. “Het worden lange dagen, met duinen en andere perikelen”, weet Zuurmond. “We gaan de truck en onszelf daarop voorbereiden. Als we gewoon kunnen blijven rollen, moeten we Cordoba zonder problemen kunnen halen.”