Langzaamaan loopt Place Al Amal, het grote plein in hartje Agadir waar de keuringen voor de Morocco Desert Challenge zijn, vol met deelnemers. Vandaag en morgen moet iedereen de stempeltjes halen en de voertuigen laten keuren, om maandagochtend in alle vroegte te mogen beginnen aan de eerste van zeven etappes. Op het plein peilden we de stemming bij een aantal deelnemers, zoals Tim Coronel Dakarrally en Riwald Dakar Team
Tim Coronel: “Dit wil ik mezelf niet onthouden”
Twee jaar geleden maakte Tim Coronel kennis met de toenmalige Libya Rally. En dat was een erg prettige kennismaking. Het beviel Coronel zo goed dat hij nu niet lang na moest denken. “De Dakar was twee weken ellende”, vertelt Coronel. “Ik heb twee weken achter mijn broer Tom aan gereden met als enige doel ons beiden aan de finish te krijgen. Nu wil ik genieten en plezier hebben in het rijden. Ik beschouw het als een weekje vakantie en een cadeautje voor mezelf, voor het team en voor mijn kindje, de buggy. Tom kon helaas niet mee. Ik heb overwogen om dan ook maar niet te gaan, maar dit wil ik mezelf gewoon niet onthouden.”
Met een schuin oog kijkt Coronel uiteraard naar het klassement, competitief ingesteld als hij is. “Maar het is geen prioriteit”, stelt hij. “Ik val in het buggyklassement, maar er staat zo’n bruut geweld aan de start in mijn klasse, dat ik mezelf geen illusies maak. En dat wil ik ook eigenlijk helemaal niet. Ik wil niet jakkeren en jagen, maar gewoon lekker rijden. Het is mooi om te zien dat hier vooral echte liefhebbers aan de start zijn, die hier zijn voor het plezier van een rally rijden.”
Pedro Bianchi Prata: “Ik ben hier om te winnen”
Een verrassende naam op de deelnemerslijst van de Morocco Desert Challenge is die van Pedro Bianchi Prata. De Portugees heeft als fabrieksrijder van Honda meegedaan aan grote rally’s als de Dakar en dus automatisch een van de favorieten in het motorenklassement. “Maar elke rally is onvoorspelbaar,” waarschuwt Bianchi. “Uiteraard ben ik hier om te winnen. Dat wil ik altijd. Maar ik ben hier niet als fabrieksrijder, maar met mijn eigen team en mijn eigen motor: een gewone standaardmachine, zo uit de kist.”
Hij wil dan graag winnen, Bianchi Prata wil vooral lekker rijden. “Ik vind dit een ontzettend mooi evenement. Ik wilde weer eens een echte rally rijden, cross country. Niet die rondjes over een motorcrossbaan, zoals bij veel andere rally’s het geval is. Zonder verbinding, puur offroad van bivak naar bivak, met veel wedstrijdkilometers door mooie landschappen; dat is wat ik heb gemist in bijvoorbeeld de Dakar.”
Gert Huzink: “De kater wegspoelen met een fijne rally”
De Dakar was al snel voorbij voor Gert Huzink, toen hij zijn truck dusdanig beschadigde dat hij niet verder kon. Meedoen aan de Morocco Desert Challenge dient daarom meerdere doelen voor Huzink: “In de eerste plaats de kater van de Dakar wegspoelen met een fijne rally. Ik ben blij dat we er weer bij zijn en dat de Renault er weer goed bij staat. We willen met een schone lei verder?”
Huzink deed al eerder mee in de toenmalige Libya Rally en won die ook. Dat zal nu geen vanzelfsprekendheid zijn, realiseert hij zich. “Het is een sterk veld, met een aantal snelle jongens en een snelle dame voorin. Natuurlijk willen we meedoen voor de knikkers, maar ik wil vooral kilometers maken en ervaring opdoen. Winnen zou leuk zijn, maar met het koppie rijden en plezier hebben zijn belangrijker.”
Agostino Rizzardi: “Maandagochtend komt de druk toch wel”
Met zijn Porsche 911 is Agostino Rizzardi altijd een bijzondere verschijning. De Italiaan is er al vele jaren bij, maar nog steeds is de goesting hetzelfde. “Ik kijk er heel erg naar uit”, zegt hij. “De auto staat er goed bij, wij staan er goed bij, ik heb er zin in. We hebben een compleet nieuw veringsysteem, speciaal voor ons gemaakt in Italië. Ik heb daar hoge verwachtingen van, al maak ik me geen illusies. Tuurlijk, maandagochtend komt de druk er toch wel op en willen we presteren. Ik weet ook dat ik best ver kan komen. Maar in dertig seconden tijd kunnen je ambities van het podium verdwenen zijn en ben je al blij als je de finish kunt bereiken. We bekijken het van dag tot dag en aan het eind zien we wel waar we uitkomen.”
Dat is ook wel een reden voor Rizzardi om lekker met de Porsche te blijven rijden. “Als ik met een Toyota Hilux aan de start kom, moet ik winnen. Het is leuk dat de competitie elk jaar sterker wordt, maar die druk wil ik niet. Met mijn Porsche hoeft dat niet, ook al is het een ideale auto voor offroad, omdat de motor achterin ligt. Ik hou gewoon van deze auto. Het is een sexy auto en een genot om in te rijden. Publiciteit en aandacht krijg ik genoeg. Veel meer dan wanneer ik met een Toyota of een Bowler zou rijden.”
Floor Maten: “Geen idee wat ik kan verwachten”
Floor Maten kent de Morocco Desert Challenge door en door vanaf de kant van de organisatie. Nu wil ze ‘m ook als deelnemer leren kennen, op de motor. En wie weet kan ze als één van de twee vrouwelijke motorrijders ook wel een gooi doen naar de Ladies Trophy. “Maar zo ver denk ik nog helemaal niet hoor”, lacht ze. “Ik heb veel gereisd op de motor, en heb in Nederland ook wel enduro’s en offroadritten gereden, maar een rally heb ik nog nooit gedaan. Ik heb geen idee wat ik kan verwachten: ik heb nog nooit in de duinen gereden bijvoorbeeld.”
Maten krijgt voor de service van haar Beta 390 hulp van het Boss Machinery-team en kon voor de Ladies Trophy inschrijven voor een aantrekkelijke prijs. “Dit beschouw ik als een mooie gelegenheid om eens te kijken of ik het kan en of ik het leuk vind. Met mijn studentenbudget – vorig jaar heb ik mijn studie biomedische technologie afgerond, maar met mijn studie civiele techniek ben ik nog bezig – kan het op deze manier.”
Peter Erren: “Al voor de start de motor opgeblazen”
Het was de bedoeling van Peter Erren om op een stuk van ongeveer 300 kilometer de motor van de Bowler even lekker te laten inlopen. Maar na 130 kilometer Marokkaanse snelweg plofte het motorblok. “Een grote rookwolk, alle olie eruit, dus einde verhaal”, vertelt Erren gelaten. “We hebben meteen actie ondernomen. Er zou een nieuw blok worden ingevlogen vanuit Nederland, maar op Schiphol werd het geweigerd, omdat er olie uit lekte. Dus zijn we in Casablanca op zoek gegaan en bij een BMW-dealer vonden we achterin de schuur twee gebruikte blokken.”
In plaats van rustig naar de keuring te gaan, moest het team van Erren Rally Racing dus vol aan de bak om het kapotte blok, waar een vuistgroot gat in was geslagen, te vervangen zodat de auto zondag alsnog naar de keuring kan en maandag aan de start kan verschijnen. “En dan uitzoeken wat er precies mis is gegaan, want het kan in het nieuwe computersysteem zitten en als dat het geval is, zou het ook met een nieuw blok mis kunnen gaan. Dat willen we natuurlijk niet.”
Pascal de Baar: “Navigeren is een apart kunstje”
Het is even wennen om de naam van Pascal de Baar te zien staan op de plaats van de navigator naast Eimbert Timmermans in een DAF. De afgelopen jaren reed De Baar immers zelf met een Renault. Vorig jaar won hij daarmee een etappe in de Dakar en dit jaar reed hij tot de voorlaatste dag op de vijfde plaats. “Mijn truck wordt op dit moment helemaal opnieuw opgebouwd. Daarom kon ik zelf niet meedoen. Maar toen Eimbert vroeg of ik zin had om mee te gaan als navigator bij hem in zijn nieuwe truck, dacht ik: waarom niet? Ik kan wel navigeren, als motorrijder, en heb het altijd netjes bijgehouden.
“Ik zie het als een mogelijkheid om mezelf te blijven ontwikkelen en mijn skills te onderhouden. Om te blijven groeien en beter te presteren als rijder moet je ook andere automatismen blijven ontwikkelen. Navigeren is een apart kunstje. Het gaat erom dat je leert begrijpen hoe de maker van het roadbook denkt, zodat je de instinkers eruit kunt pikken en niet in de val trapt. Een goede navigator is heel belangrijk. Ik vind het vooral ook leuk om het eens van deze kant te doen en als ik Eimbert kan helpen met het verbeteren van zijn truck, doe ik dat ook graag. Het is een mooi ding en kleine dingen zoals een vering iets anders afstellen, kunnen al veel betekenen.”
Thierry Gerome: “Meer stabiliteit en hopelijk minder lekke banden”
Een rally uitrijden is al een uitdaging op zich, maar voor Thierry Gerome en zijn navigator Geoffrey Noel de Burlin is er een extra uitdaging: beide Belgen zijn gebonden aan een rolstoel. Als zij een lekke band hebben, kost dat ongeveer drie keer zoveel tijd dan bij een ander, omdat ze zich op hun handen moeten voortbewegen. “Vorig jaar moesten we op één dag vijf keer uit om de banden te wisselen”, zegt Gerome. “Voor dit jaar hebben we andere banden, waarmee het hopelijk minder vaak nodig is. En we hebben een systeem ontwikkeld waarmee we de reservewielen wat gemakkelijker kunnen pakken, dus hopelijk kunnen we nu winnen in plaats van te veel tijd verliezen aan banden wisselen.”
Wat daar ook bij moet helpen is een verlengd model van de Polaris; volgens Gerome de eerste in Europa. De verlengde Polaris trekt veel bekijks. “Doordat dit model langer is dan de gebruikelijke ssv, is hij stabieler. We verwachten er veel van. Misschien is het in de duinen een klein nadeel, maar een gewone 4×4 of een gemiddelde buggy is nog langer en die komen er ook zonder problemen doorheen.”
Joey van den Outenaar: “Ik ga mezelf niet meer voorbij rijden”
Vorig jaar zat het allemaal niet mee voor Joey van den Outenaar. Al op de eerste dag moest de quad gesleept worden. Als het goed is, zijn de problemen nu opgelost. “We hadden vooral problemen met de uitlaat”, vertelt Van den Outenaar, net voordat hij met de quad naar de keuring gaat. “Die werd te heet. De warmte kon niet weg. Nu hebben we andere dempers, we hebben de kappen aan de zijkanten weggehaald, zodat de warmte beter weg kan. Ik ga ook veel rustiger rijden, heb ik me voorgenomen. Vorig jaar reed ik mezelf voorbij.”
Juist door rustiger aan te doen en minder competitief ingesteld aan de wedstrijd te beginnen, hoopt Van den Outenaar meer te bereiken. “Ik ben samen met mijn vader. Ons doel is om samen de finish te bereiken. Als dat op plaats 1 en 2 is, is het mooi meegenomen, maar finishen en samen meer genieten is het belangrijkste.”
Rob van Pelt: “Eens kijken of het met een paar centen ook kan”
De Suzuki Vitara waarmee Rob van Pelt aan de start komt van de Morocco Desert Challenge valt nogal op tussen de grote, glimmende, brute bolides. “Het is het lelijke eendje van het deelnemersveld”, grinnikt Van Pelt. “Ik heb er de Baja Duitsland mee gereden en dat ging best, dus waarom dan niet in Marokko? Ik wil wel eens weten of het met een auto van een paar centen ook kan. Het is een standaard auto, zonder enige luxe. Het is een uitdaging in een uitdaging.”
De eerste uitdaging is sowieso al om zelf mee te doen als rijder. Na een lange carrière op de motor is Van Pelt al een paar jaar actief als navigator, de laatste jaren naast Maik Willems in de Toyota Hilux. Willems heeft deze rally Ed Wigman naast zich, Van Pelt doet zelf als rijder mee met Bram van Dorp als navigator. “Ernaast zitten is leuk, maar zelf rijden ook”, zegt Van Pelt. “Of het een succes is en voor herhaling vatbaar, zal de tijd leren.”