Jan van de Laar had zich prima vermaakt in de vijfde etappe van de Dakar 2017, maar het lachen verging hem toen hij arriveerde bij het bivak in Oruro. “We staan hier tot de knieën in het slijk”, rapporteerde hij. “Absurd hoeveel water hier is gevallen.” Dat de zesde etappe werd gecanceld en dat de trucks over de weg naar La Paz moesten, vond Van de Laar niet meer dan logisch. “Ze staan in het bivak al vast in de blubber.”
De afgelasting betekende een extra rustdag voor de équipe Van de Laar. Dat kwam niet ongelegen, maar Jan van de Laar vond het wel jammer. “Wij zijn net weer lekker op gang. De auto is helemaal top, we hebben ons goed vermaakt in de duinen. Dat mocht ook wel weer eens, want we hebben al genoeg pech gehad.”
In het begin van de verraderlijk gladde etappe, die vanwege de slechte omstandigheden op 219 kilometer werd ingekort, deed Van de Laar voorzichtig aan. De slingerende bergpaden langs diepe afgronden waren in de regen gevaarlijk genoeg. “Je schuift een ravijn in voor je erg in hebt”, wist Van de Laar. “Daar hebben we maar even een tandje terug genomen.”
In de duinen die erna kwamen, ging het gas er weer op, en broer Ben navigeerde de DAF foutloos door de proef, waardoor Van de Laar op een 21ste tijd uitkwam. “We hebben één keer een lusje van 800 meter moeten maken omdat we in de verkeerde rivierbedding waren uitgekomen, maar dat had Ben heel snel in de gaten.”
In het ondergelopen bivak in Oruro bracht het hele team de nacht door in de servicetruck. De tentjes opzetten in die modderpoel was geen optie. “We hebben de vloer leeggeruimd en de matrasjes daar neergelegd, zodat we allemaal droog lagen”, vertelt Van de Laar. “Het was even behelpen, maar we hebben nog best goed geslapen.”