De herinneringen aan zijn eerste Dakar, toen hij de eerste week vrijwel permanent in het donker moest rijden, waren even door het hoofd geschoten bij Vick Versteijnen. In de derde etappe ging er veel mis, zodat hij de TopTrucks Scania in het donker door de woestijn moest sturen. En de vierde etappe zou een serieus lastige worden, dus Versteijnen had er rekening mee gehouden dat het weer nachtwerk zou worden. “Maar we zaten voor het donker aan de pils.”
Pas diep in de nacht was Versteijnen aangekomen in het bivak in Jujuy. In de derde etappe hadden hij en zijn crew moeten improviseren. “De spanrol liep kapot en nog wat dingen. Met een uur of drie knutselen hebben we dat kunnen maken. Dat zag er even naar uit dat het erg moeilijk ging worden, maar dat lukte allemaal gelukkig. De rest van de dag hebben we goed kunnen rijden. Vanwege de vertraging hebben we het laatste stuk in het donker moeten rijden. Om tien uur ’s avonds moesten wij nog beginnen aan het tweede deel. Gelukkig waren het vooral harde paden en konden we gewoon gas geven. Er zitten goede lampen op de Scania en die werken nog ook, dus dat viel niet tegen. We hebben iets rustiger gereden dan normaal gesproken overdag, maar we hebben echt nog wel gas gegeven in de nacht.”
De truck werd in een paar uurtjes tijd stevig onder handen genomen door de monteurs van het team, zodat Versteijnen weer door kon in etappe 4. Als 36ste truck mocht hij beginnen aan de 416 kilometer lange proef, waarvan vooraf nadrukkelijk werd gezegd dat het een taaie zou worden. Versteijnen had zich op een lange dag ingesteld. “Bij de start zag ik iedereen wel met zweethandjes zitten. De soep werd inderdaad heet opgediend deze dag. Wij moesten als laatste starten en we konden kiezen voor de moeilijke optie (door de duinen) of de makkelijke (er omheen en 12 uur straftijd pakken). We kozen voor de moeilijke en dat ging super. Het waren gigantisch hoge duinen, dat was echt kicken. We hadden alle vermogen nodig om toch maar boven te komen. We hebben alle duinen wel goed kunnen pakken, en dat moest ook wel hier want anders wordt het echt moeilijk. We hebben denk ik wel acht tot twaalf trucks ingehaald. We vertrokken als 36ste en zijn als twintigste gefinisht.”
Dat was alleszins beter dan gedacht. En het had nog beter gekund, want een afgebroken schokbreker linksvoor repareren vergde tijd. “Maar al met al ben ik dik tevreden. Ik had niet aan zien komen dat we voor het donker aan een koude pils zouden zitten. Ik verwachtte een helse dag. De truck deed het heel goed en dan zie je hoe krachtig ‘ie is, hoe goed ‘ie stuurt en veert – daar mogen we trots op zijn. Ik zie daarom ook niet op tegen de volgende etappe, in de bergen. Vandaag hebben we ook flink gas gegeven in de bergen. Dat ligt ons wel. Je kunt serieus de bocht aansnijden met dit ding, dus laat maar komen.”