- Twee RedAnt-Porsches strijden in Barcelona om de titel in de 24H Series
- Zowel bij de teams als bij de rijders staan de RedAnt-troepen op één en twee
- Kalle Rovanperä en Dréke Janssen willen bij hun debuut op de Red Bull Ring schitteren in de Porsche Carrera Cup Benelux
Voor de derde keer dit seizoen werkt RedAnt Racing volgend weekend een dubbel programma af. Twee Porsches staan aan de start van de Porsche Carrera Cup Benelux-races op de Red Bull Ring, twee andere 992’s gaan aan de slag in de 24 Uur van Barcelona, bij de slotmanche van de 24H Series. Voor de rijders die in de Catalaanse hoofdstad aan de slag gaan, staat er heel veel op het spel: elk van de twee RedAnt-bolides kan immers nog kampioen worden.
Wie de tussenstand van de 992-klasse in de 24H Series bekijkt, merkt onmiddellijk dat RedAnt Racing zich tijdens de eerste vier wedstrijden van 2024 een uitstekende uitgangspositie heeft verworven. Met zeges in Mugello, Spa en Portimao prijkt de #903 Porsche helemaal bovenaan met 140 punten, de #904 staat tweede met 122 eenheden. Er zijn in de 24 Uur van Barcelona nog 60 punten te verdienen – 20 na 12 uur, 40 aan de finish – zodat RedAnt Racing in de teamrangschikking nog één echte concurrent heeft: de #907 Porsche van het Duitse RPM totaliseert 84 punten. Rekening houdend met het feit dat er één schrapresultaat in rekening moet worden gebracht (de #903 en de RPM-Porsche verliezen niets wegens een nulscore, de #904 16 punten van Mugello) lijkt situatie voor de #903 – in Barcelona bestuurd door Ayrton en Yannick Redant, samen met Kobe de Breucker en Lars Zaenen – nog rooskleuriger.
“Laat ons eerst maar de race rijden”, aldus teambaas Bert Redant, die beide voeten op de grond houdt. “Het belangrijkste is dat er één van onze wagens de titel pakt. De welke dat wordt, dat maakt niet uit. Er zijn nogal wat scenario’s mogelijk, maar als we het realistisch bekijken is het simpel: als we blijven rijden, scoren we voldoende punten om kampioen te worden. Het zou ideaal zijn mochten we na 12 uur voldoende punten oogsten om de Duitse Porsche uit de titelstrijd te tikken, zodat wij al zeker zijn van de titel. Dan kunnen we toch met iets meer gemoedsrust de tweede helft van de wedstrijd afwerken. Wat er ook van zij, we zullen niet te veel risico’s nemen. De titel is het allerbelangrijkste.”
Een titel die voor Bert Redant heel wat zou betekenen. “Het valt niet te ontkennen dat we een paar moeilijke weken achter de rug hebben”, geeft hij toe. “Een dubbele opgave in Misano, twee podiumplaatsen – misschien zelfs de zege – die ons in de slotfase van de 24 Uur van Zolder door de neus werden geboord, het liet allemaal een wat wrange nasmaak na. Nu kampioen worden zou dat allemaal wegspoelen.”
Voor de seizoensfinale doet RedAnt Racing beroep op enkele nieuwe krachten: Lars Zaenen op de #903, Jef Machiels en de Brit Gavin Pickering vervoegen Peter Guelinckx en Brent Verheyen op de #904, die voor de gelegenheid ook een ander kleedje kreeg. “Voor de start van het seizoen testte Lars al bij ons, en het was ons onmiddellijk duidelijk dat hij een snelle kerel was, met heel veel potentieel”, legt Redant uit. “Gavin heeft heel wat endurance-ervaring, en reed in 2022 al eens voor ons in Portimao. Hij wou dat best nog eens herhalen. En ook Jef reed dit jaar al voor ons, in Dubai. Daar werd al zo goed als vastgelegd dat hij er ook in Barcelona bij zou zijn.”
De Porsche Carrera Cup Benelux is ondertussen aan de voorlaatste meeting van het seizoen toe, op de Red Bull Ring. Zowel Dréke Janssen als Kalle Rovanperä reden nog nooit op het Oostenrijkse circuit. “Ze werken allebei op donderdag de officiële testdag af, dus dat komt wel goed”, stelt team manager Marc Goossens. “Dréke heeft ook al heel wat simulatorwerk achter de rug, en zijn feedback was heel positief. En Kalle wil graag op zijn elan van Imola doorgaan (de rallywereldkampioen behaalde in Italië zijn eerste zege op circuit, red.). Het zou kunnen dat er dit weekend nogal wat regen uit de Oostenrijkse lucht valt, maar dat verontrust ons niet echt. Als we foutloos kunnen blijven, komen we een heel eind, daar ben ik zeker van.”