Na een nacht zonder slaap en een eindeloze rit door Tunesië zijn André Thewessen en Eugene Kesselaar weer met hun team herenigd in het bivak van Ksar Ghilane. De buggy raakte zwaar beschadigd in de etappe van zondag, maar het team kan dinsdag gewoon weer starten.
De derde etappe van zondag heeft voor veel chaos gezorgd in de SSV-klasse. De 350 kilometer lange etappe in het duinengebied bij El Borma bleek een hele pittige. “We kwamen zondag rond de middag aan in de duinen, het ging eigenlijk heel goed”, legt Thewessen uit. “We moesten nog voor de duinen de voorwielophanging repareren, maar toen dat eenmaal klaar was reden we zo twintig andere deelnemers voorbij. We moesten op een heel hoog duin naar boven, maar daar stonden al allerlei mensen en we moesten een nieuwe weg zoeken. Daar heb ik een afstap gemist en we dachten dat er niks aan de hand was, maar anderen maakten al gebaren dat er toch schade was. Ik ben uitgestapt en zag meteen dat we dit niet zelf konden maken.”
De schade aan de wielophanging was groot, verklaarde Thewessen. In januari had hij die onderdelen in de Dakar Rally nog bij zich en waren ze niet nodig. “Dat zul je net zien natuurlijk, maar vanaf nu nemen we ze weer mee”, zegt Thewessen. Na het oproepen van de sweepertruck volgde een urenlange tocht door de duinen. “We zijn in de middag opgepikt en dachten dat we zondagavond wel weer in het bivak zouden komen. Maar de sweeper heeft de hele nacht geploeterd om uit de duinen te komen. Toen waren we vanochtend om 7.00 uur pas uit de duinen en is de buggy opgeladen op een andere vrachtwagen, die heeft ons naar het oude bivak gebracht. En vanuit het oude bivak zijn we uiteindelijk in dit bivak gekomen. Uiteindelijk was de buggy hier om 19.00 uur, wij net iets eerder.”
Met extra reserveonderdelen én honderd uur straftijd voor de gemiste etappe van maandag, mag Thewessen dinsdag toch weer van start. “We kunnen de helft van de rally nog rijden, maar het klassement is om zeep. Daar doe je niks aan, maar we gaan er nog wat moois van maken