PAU-ARNOS (17 oktober 2021) – Een week na zijn dubbele programma met de seizoensfinale van de TCR Europe Series in Barcelona en het vijfde raceweekeinde van de FIA WTCR – World Touring Car Cup op het circuit van Most in Tsjechië stond voor Tom Coronel alweer het volgende FIA WTCR-evenement op het programma, en wel op het circuit van Pau-Arnos in het zuidwesten van Frankrijk. In de eerste race eindigde de enige Nederlander in het veld, rijdend met de nieuwe Audi RS 3 LMS van het Belgische Comtoyou DHL Team Audi Sport, op de tiende plaats. De tweede race sloot hij als 13e af. In beide races won Coronel wel het WTCR Trophy-klassement voor privérijders.
Dat je als coureur ook in je 32e racejaar nog nieuwe circuits kunt ontdekken, bleek deze maand voor Coronel, want zowel het circuit van Most in Tsjechië als het circuit van Pau-Arnos waren voor hem tot dusver onbekend terrein. “In het verleden reden we met het WTCC op het stratencircuit in het historische centrum van Pau, dat was altijd prachtig, maar het circuit van Pau-Arnos is een kort baantje, drie kilometer, op een kilometer of twintig buiten de stad. Een beetje Brands Hatch-achtig, veel hoogteverschillen en vanaf het dak van de pits kun je ongeveer 90 procent van het circuit overzien”, aldus Coronel. “Vanwege tijdgebrek zijn we ditmaal niet met de camper gegaan, maar zijn we gevlogen naar Toulouse, en van daar uit zo’n twee uur met de auto.”
Vanwege zijn onbekendheid met het circuit verkende Coronel de baan zelfs te voet, wat hij normaal gesproken nooit doet: “Volgens mij is dit pas de tweede keer in mijn leven dat ik zo’n ‘track walk’ gedaan heb! Maar omdat het nieuw was en omdat de meeste anderen hier van tevoren hadden getraind en ik niet, leek het me nu toch wel zinvol. In de vrije trainingen zag het er best goed uit: ik zat ergens rond de tiende plaats. In het begin van de kwalificatie zat ik er ook goed bij, maar toen ik het gevoel had dat ik aan een heel snelle ronde bezig was, werd ik in de weg gereden door Urrutia, die daarvoor ook vijf plaatsen straf kreeg. Dat kostte me tweeënhalve tiende, waardoor ik niet bij de top twaalf zat die door mocht naar Q2, en dat was serieus balen. Zo stond ik 15e op de grid.”
Vanuit die positie begon Coronel aan de eerste wedstrijd. “Ik had echt een raketstart, daar kon ik gelijk plaatsen goedmaken”, zei hij. “Daarna was het moeilijk inhalen: ik zat constant op de bumper van Engstler, maar kwam er niet voorbij. Dat was jammer, want ik was wel sneller, maar ja, zo werd ik dus uiteindelijk tiende.” Ook in de tweede race startte Coronel vanaf de 15e plaats. “De start was iets minder”, gaf hij toe. “Ik had gehoopt dat er veel mensen tegen elkaar aan zouden rijden, zoals dat in de WTCR vaak het geval is. Dat gebeurde ook wel, maar in de laatste drie ronden in plaats van aan het begin van de race. Zo ben ik 13e geworden, maar in ieder geval was ik wel in beide wedstrijden de beste privérijder, dus ik stond wel twee keer op het podium en kon dus gelukkig toch weer met twee bekers naar huis! Jammer echter dat het weer de kwalificatie was die een beter resultaat in de weg stond.”
De volgende twee WTCR-races vinden over drie weken, van 5 t/m 7 november, plaats op de Adria Raceway in Italië, niet al te ver van Venetië. Ook dat is een circuit waarop Coronel nog niet eerder geracet heeft, al kent hij de accommodatie wel: “In het verleden heb ik daar vaak getest toen ik nog voor het team van Roberto Ravaglia reed, daar deden we meestal de ‘shake-downs’, maar ondertussen is het circuit helemaal anders geworden, dus ook dat wordt weer even wennen. Ik heb er recent getest en dat ging heel goed, dus dat stemt positief. Bovendien wordt er ook over gesproken dat we volgend jaar weer op het stratencircuit van Pau rijden, dat zou wel mooi zijn, want stratencircuits liggen me altijd wel, maar eerst dit seizoen afmaken, dan zien we wel weer verder.”