Een gebrek aan grip maakte het verschil voor Bo Bendsneyder tussen kunnen vechten voor de punten en overleven om de finish te halen. De Nederlandse rijder van NTS RW Racing GP kwam op een teleurstellende 21ste plaats over de streep van de GP van Aragon. Zijn Poolse teamgenoot Piotr Biesiekirski eindigde als 26ste in de eerste race op Motorland Aragon.
Aan de start en de eerste ronde van Bendsneyder lag het in elk geval niet. Ondanks dat hij werd gehinderd door een crash van Jorge Navarro in de eerste ronde, wist Bendsneyder zijn 17de plaats vast te houden. In de derde ronde echter verloor hij ineens veel plaatsen en veel tijd doordat hij een paar keer wijd ging en slechts ternauwernood kon voorkomen dat hij crashte. Toch kon hij nog wel de strijd aangaan en de jacht openen. Tot en met ronde 7 kon hij ook steeds zijn rondetijd verbeteren.
Toen Bendsneyder in ronde 9 opnieuw een paar keer vervaarlijk dicht bij een crash was, moest hij de strijd staken en kwam het neer op overleven. De rondetijden liepen op en Bendsneyder moest toezien hoe het verschil met de rijders voor hem, die het uitvochten om de punten, per ronde groter werd. Met de 21ste plaats, op 36.250 van racewinnaar Sam Lowes, was Bendsneyder diep teleurgesteld.
Bendsneyder was overigens niet de enige die last had van een gebrek aan grip. Terwijl zowel de luchttemperatuur als de temperatuur van het asfalt opliep, gingen ook andere rijders glijdend over de baan en hadden moeite hun machine onder controle te houden.
Bij Piotr Biesiekirski ging het beter wat de grip betreft. Hij wist geruime tijd Kasma Daniel achter zich te houden en toen die hem was gepasseerd kon hij ook nog een tijd aanhaken, maar hoewel hij zijn tijden redelijk constant wist te houden liepen ook bij hem gaandeweg de verschillen op. Daardoor was het opnieuw een vrij eenzame race voor de Pool. Aan de finish bedroeg het verschil slechts zeven seconden op het plukje rijders voor hem en 1.05.154 op de winnaar
Bo Bendsneyder: “Ik baal ontzettend van het resultaat. De start was niet verkeerd, maar vanaf ronde 2 voelde ik dat ik weinig grip had aan de achterkant. Insturen was moeilijk, de bochten halen was moeilijk. Ik ben overgeschakeld op de zachtste mapping, en dat hielp een heel klein beetje, maar al snel ging ik weer steeds wijd en kon ik amper de bochten halen. Dan komen ze voorbij zonder dat je iets kunt doen en is het een kwestie van overleven. Ik snap niet hoe het verschil in gevoel zo groot kan zijn in vergelijking tot de vrije trainingen. Het was ietsje warmer, maar dat kan niet zo’n groot verschil maken. Het is jammer dat we een goed weekend zo moeten afsluiten. Nogmaals: ik baal hier enorm van.”
Piotr Biesiekirski: “Ik ben best tevreden met vandaag. Het begin van de race was moeilijk maar niet slecht, terwijl de tweede helft veel beter was. Ik wilde mijn tempo in de 1.55’s houden en dat lukte dat met uitzondering van een ronde waarin ik in bocht 1 werd gepasseerd en een beetje wijd werd geduwd. Ik verloor daardoor wat tijd, vooral in de laatste bocht, maar ik ben nog steeds tevreden over mijn tempo en regelmaat. Mijn laatste ronde was slechts drie tienden langzamer dan mijn beste, ondanks dat de achterband behoorlijk versleten was, dus dat is positief. Ik hoop het volgende weekend te kunnen beginnen met het tempo van de kwalificatie van gisteren en mezelf daar vandaan blijven verbeteren. We hebben ook een idee over wat we met de instellingen kunnen verbeteren, dus de zaken zien er veelbelovend uit voor de tweede race op dit circuit, volgend weekend.”