Er werd wat af gevloekt in de Bastion Toyota tijdens de vierde etappe van de Dakar Rally 2019. Al vroeg in de 406 km lange etappe van Arequipa naar Tacna reden Maik Willems en Rob van Pelt verkeerd. Pas na twee uur worstelen in de feshfesh kwamen ze erachter dat het voor niets was geweest. “Het was een ouderwetse klotedag”, vond Willems.
Willems en Van Pelt hadden lang niet in de gaten dat ze verkeerd waren gereden. “Er reden nog een boel auto”, vertelt Willems onderweg naar het marathonbivak van de auto’s en trucks in Tacna. “De aanwijzingen in het roadbook leken ook te kloppen: je moest schuin naar boven toe een heuvel op. Het was overal spierwit, een spookachtige kleur feshfesh, zo zacht als water bovendien. We zijn twee uur aan het martelen geweest om boven te komen en daar bleek dat we toch echt in de verkeerde vallei zaten. Alle moeite voor niets. Dus toen heeft het wel even gestormd in de auto. Dat was ook snel weer over, want het is zoals het is.”
Door die vroege twee uur oponthoud kwam Willems terecht in de achterhoede, waardoor de etappe nog moeilijker werd dan ie al was. “Dan loop je vanzelf weer tegen allerlei andere problemen aan. We reden volle bak in het stof. Je ziet dan dertig, veertig seconden lang niets, dus je raakt wel eens hier en daar een steen of een rots. Het laatste stuk hebben we in het donker gereden.”
Op wat schade aan het bodywork na bleef de Toyota gevrijwaard van grote ellende, zodat Willems en Van Pelt in het marathonbivak niet al te veel werk hebben. In Tacna hebben ze niet de beschikking over de monteurs van het Bastion Hotels Dakar Team, maar moeten ze alles zelf doen. Het tweede deel van de marathonetappe is een route van 517 km terug naar Arequipa. Omdat de start is verlaat (wegens verwachte mist) zal Willems vrijwel zeker het tweede deel van de proef in het donker rijden. Maar eenmaal terug in Arequipa wacht hen de rustdag.