Motoren hebben het moeilijk in eerste etappe Morocco Desert Challenge
De eerste etappe van de Morocco Desert Challenge, over 391 kilometer van Plage Blanche naar Icht, was meteen een pittige. Een aantal motorrijders haalde de finish niet door technische panne of valpartijen. De start op het strand was spectaculair – de eerste groep van vijf motorrijders vertrok op de achterwielen – maar daarna werd het al snel lastiger. Snelle stukken werden afgewisseld met technische, waar het lastig navigeren was. De Belg Kim de Rycker kwam als eerste over de finish bij het bivak van Borj Biramane bij het plaatsje Icht.
Kim de Rycker (103): “Tevreden ondanks onwennig begin”
Het was alweer even geleden sinds Kim de Rycker een woestijnrally reed en dus was het begin wat onwennig voor de Belg. “Op het strand ging het 40 kilometer lang vol gas, maar daarna moest ik even zoeken naar een prettig tempo. Ik moest ook de motor weer even leren kennen. Doordat het bewolkt is, was het lastig om diepte te zien en de vele stenen maakten het ook moeilijker navigeren. Doordat je zo op de stenen moet letten, zie je een pad al snel over het hoofd en moet je terug om te zoeken. Ik ben alles bij elkaar ongeveer 12 kilometer verkeerd gereden, denk ik. Maar blijkbaar hebben anderen nog meer problemen gehad, anders was ik niet als eerste aan de finish geweest. Daar ben ik zeer tevreden over.”
Maikel Verkade (105): “Veel tijd verloren met navigatie”
Het eerste deel van de proef, tot aan de tankstop, bedroeg 214 kilometer, maar Maikel Verkade reed er ‘zeker 240’. “Ik ben een paar keer verkeerd gereden en dat heeft me veel tijd gekost”, zei Verkade aan de finish. “Ik miste een zonnetje: het was vaak slecht te zien. Door de bewolking was het ook vreselijk benauwd. Ik ben steenkapot.”
Harite Gabari (101): “Mooie route, maar wel heel zwaar”
De Marokkaanse coureur Harite Gabari had de eer met nummer 101 te vertrekken op Plage Blanche vanochtend om 9 uur plaatselijke tijd. “Een geweldige ervaring”, sprak hij aan de finish. “Het strand en het oued waren magnifiek. Daarna was het ook een mooie route – ik heb genoten – maar wel echt moeilijk. Door de warmte werd het een extra zware dag. Ik ben eerlijk gezegd blij dat ik er ben. Ik heb het zwaar gehad.”
“Rob Smits (104): Te warm om te eten onderweg”
Snakkend naar een koude cola en een verkoelende douche kwam Rob Smits als tweede motorrijder over de finish. Dat verraste hem. “Dat betekent dat ik in het laatste deel veel ben ingelopen op Kim de Rycker, want bij de tankstop lag die 20 minuten voor op mij.” Smits moest zeker in het begin wennen aan het ritme en de warmte. “Ook navigeren was alweer een tijdje geleden. Het was even zoeken. Aanvankelijk reed ik samen met mijn vader, maar bij de tankstop heeft hij me alleen verder gestuurd: het ging te hard. Alleen navigeren is makkelijker, dus in het laatste deel kon ik het tempo nog een beetje opvoeren. 30 kilometer voor de tankstop was mijn water al op, zo warm was het. Veel te warm om te eten. Ik kreeg het gewoon niet weg. Ik heb geen broodje genomen bij de stop, ik kreeg een reep al niet weg.”
De stenen maakten het ook Smits lastig, met één navigatiefout als gevolg. “Ik had wat meer zand verwacht in plaats van zoveel technische stukken. Verder is het allemaal goed gelopen.”
Mark Smits (106): “Het ging te hard”
“Ik ben geen 20 meer”, pufte Mark Smits aan de finish van de eerste etappe. “In het eerste deel ging het zo hard dat ik het roadbook niet eens bij kon houden. Ik moest alle zeilen bijzetten om enigszins in het spoor van Rob te blijven. Als je niet je eigen tempo kunt rijden, en boven je macht rijdt, ga je fouten maken. Daarom wilde ik Rob ook niet ophouden, want dan rijdt hij niet zijn eigen tempo. Dus ik heb hem weggestuurd: ga maar, ik red me wel.”
Na de tankstop ging het daardoor inderdaad een stuk beter met Smits senior. “Het was wel hard werken op die stenen. Ik moest mijn stuur stevig vastklemmen om de motor in de hand te houden. Ik heb wel gezien dat anderen ook problemen hadden. Pedro Bianchi Prata was misselijk en moest een paar keer stoppen om over te geven. Ik ben hem een paar keer voorbij gestoken en hij mij vervolgens weer, maar het grootste deel van dat tweede stuk heb ik alleen gereden.”
Pedro Bianchi Prata (102): “Ziek van een flesje water
Vier keer moest Pedro Bianchi Prata stoppen na de tankstop, waarmee de Portugese toprijder veel tijd verloor. Hij kwam meer dan een uur na Kim de Rycker over de finish. “Ik dronk een flesje water en het smaakte me al niet. Of het bedorven was of gewoon verkeerd is gevallen, weet ik niet, maar ik moest vier keer stoppen om over te geven. Daardoor verloor ik zoveel vocht dat ik geen kracht meer had en het tempo ver moest terughalen. Jammer, want het was een prachtige etappe, met moeilijk navigeren.”
Kees Box (118): “Binnen met dank aan Marcel Snijders”
Zo’n 30 kilometer voor de tankstop dreigde het Waterloo voor Kees Box. De motorrijder kwam zonder benzine te staan. “Als Marcel Snijders me niet had geholpen, had ik het niet gered”, vermoedde Box. “Hij heeft me er echt doorheen gesleept. Het was zo ontzettend zwaar, zowel conditioneel als qua rijden. Ik voel mijn buikspieren en mijn armen niet meer door het gebonk over al die stenen. Morgen gaat er echt een tandje af en ga ik meer rijden op de plaats waar ik hoor, want ik heb vandaag te veel van mezelf gevergd.”
Stukken maken was niet moeilijk in eerste etappe MDC
Bij het begin van de briefing om 21 uur plaatselijke tijd in Icht waren er nog meer auto’s op de proef van de eerste etappe van de Morocco Desert Challenge dan er binnen waren in het bivak. Rijders spraken met ontzag over de etappe van Plage Blanche naar Icht (391 km) als ‘een van de moeilijkste etappes’ die ze ooit reden. En dat waren zeker niet de minste rijders. De buggy van Javier Herrador was de snelste van het algemeen autoklassement.
Javier Herrador (355): “Uitgeput op twee lekke banden over de finish”
Hij was te uitgewoond om nog te stoppen en twee lekke banden te wisselen, dus stuurde Javier Herrador zijn gelijknamige buggy in een uiterste krachtsinspanning maar zo over de finish van de eerste etappe: met twee lekke banden. De Spanjaard moest in het bivak van Bouj Biramane uit zijn auto worden geholpen en had daarna zeker 20 minuten nodig om weer een beetje bij zijn positieven te komen. “Het was te heet en te zwaar”, pufte hij. “De laatste 20 kilometer was ik niet meer in staat om uit de auto te komen om de banden te wisselen.”
De etappe was Herrador bijzonder zwaar gevallen. Zo zwaar dat hij compleet uitgewoond was als gevolg van oververhitting en uitdroging. “Er waren stukken bij waarop we hooguit 50 km/u konden
Zóveel stenen en zulke moeilijke navigatie! Aan het roadbook lag het niet, dat was perfect. Mijn navigator heeft me er doorheen gesleept vandaag. Maar de paden waren vaak heel moeilijk te vinden door de vele stenen. We zagen het gewoon niet. De warmte maakte het er niet gemakkelijker op. Ik zag meer sterretjes dan stenen op den duur en dat wil wat zeggen. Dat we hebben gewonnen, is bijna ongelooflijk. Ik ben blij dat ik het leven nog heb.”
Tim Coronel (357): “Mooie maar serieuze proef”
Als iemand weet wat afzien is, is het wel Tim Coronel. Dus als hij zegt dat het een loodzware proef was, dan is dat zo. “Na 32 kilometer had ik al twee kapotte velgen”, vertelt Coronel. “Misschien is dat mijn redding geweest, want ik was gedwongen om het rustig aan te doen. Was dat niet gebeurd, dan had ik geheid meer kapot gereden op die stenen. Het was een serieuze proef, maar wel een heel mooie.”
Tomas Ourednicek (307): “De tel kwijtgeraakt bij twee miljoen stenen”
Er was zoveel gebeurd, dat Tomas Ourednicek eigenlijk niet goed wist waarmee hij eerst moest beginnen. Bij de kap die bij een snelheid van 180 km/u op het strand van het dak van de Ford was afgewaaid? Of bij de kokende benzine die de Tsjech dwong om minstens 20 minuten te stoppen om de boel te laten afkoelen? “Ik heb vijf Dakars gedaan, maar dit was waarschijnlijk de moeilijkste proef uit mijn carrière”, oordeelde Ourednicek. “Niet te geloven, zo lastig. Er leek ook geen eind aan te komen. Ik heb mijn navigator wel twintig keer gevraagd hoe ver het nog was. Een uur nadat hij had gezegd dat het nog 80 kilometer was, vroeg ik het nog een keer en toen moesten we nog 70 kilometer. Hadden we dus een uur gedaan over 10 kilometer. Bij twee miljoen stenen ben ik de tel kwijtgeraakt. En heet! De temperatuur van de luchtinlaat gaf 60 graden Celsius aan. Ik geloof niet dat ik dat eerder heb meegemaakt. En het ergste van alles was nog wel dat al na 35 kilometer de airconditioning in de auto het begaf. Het belangrijkste onderdeel!”
Maik Willems (305): “Geen moeite om de boel kapot te rijden”
“Al die stenen – en het waren er belachelijk veel – lachen naar je. Als je vandaag iets te fanatiek was, kon je met gemak de boel kapot rijden. Daar hoefde je geen enkele moeite voor te doen.” Maik Willems besloot niet terug te lachen naar de stenen, maar probeerde ze te negeren. Dat leverde een mooi resultaat op: Willems kwam maar een minuutje tekort op de Portugees Nuno Matos, die er met de etappezege in de 4×4-klasse vandoor ging. “Het was vandaag een kwestie van geen gekke dingen doen, niet te gretig zijn. We hebben niks kapot, nog geen band lek gereden. Maar het was wel een heel moeilijke proef. Zo zwaar heb ik ze in de Dakar nog niet meegemaakt, geloof ik.”
Dave van Hyfte (354): “Al na 30 kilometer stuurstang kapot”
De Volkswagen Beetle van Dave van Hyfte was veel te vroeg in het bivak. “De stuurstang is gebroken”, verklaarde de Belg teleurgesteld. “We hebben het kunnen repareren om ermee over het asfalt naar de finish te rijden, maar de proef rijden, dat ging niet. Heel jammer, want meteen de eerste dag missen wil niemand.”