Hoe hij de dag door is gekomen, weet Jasper Riezebos eigenlijk niet. Ziek, zwak en misselijk stapte hij in alle vroegte op zijn KTM voor de tweede etappe van de Dakar 2017. Nauwelijks geslapen, omdat hij moest overgeven en diarree had. In de verzengende hitte van Argentinië was het bepaald geen pretje om 800 kilometer op de motor te hangen, waarvan 274 kilometer proef.
De enige reden dat Jasper Riezebos er aan begon, was omdat hij weigert op te geven. Van de medische dienst van de organisatie had hij wat pillen en poeders meegekregen voor onderweg. “Ik ben maar gewoon gaan rijden en heb een tempo gezocht wat ik redelijk vol kon houden. Het was een kwestie van doorknuppelen en maar zien hoever ik zou komen. Gelukkig was de etappe niet al te moeilijk. Ik ben nauwelijks onder de 140 kilometer per uur gekomen en heb zelfs hele stukken 170, 175 gereden.” Dat leverde Riezebos aan de finish een nog heel behoorlijke 88ste plaats op.
Motor moet wachten
Op de verbinding van de special naar het bivak in Tucuman had Riezebos niet meer de puf om zijn motor nog schoon te maken bij een tankstation. “Ik wilde zo snel mogelijk naar het bivak om naar de dokter te gaan en te gaan liggen. Liefst was ik in een koud zwembad gesprongen, want die warmte – ver boven de 40 graden – deed me geen goed. Ik heb me zo beroerd gevoeld. Een dweil is er niks bij.”
De motor moest maar even wachten. Eerst bijkomen, even slapen, naar de dokter en het roadbook voor morgen doen. Riezebos ziet er tegenop: 780 kilometer met daarin 364 kilometer special. “Maar niet van die lange halen zoals vandaag, maar met heel technische stukken, dus dat wordt buffelen. Ik hoop dat het dan wat beter gaat. Het wordt in elk geval iets koeler, omdat we de hoogte in gaan. Dat ene is het goede nieuws, maar daar krijgen we de hoogte voor terug en daar ben ik minder enthousiast over.”